Linkshandig? Ga schermen maar niet darten

Wereldwijd is ongeveer 11% van de mensen linkshandig. Maar er zijn sporten met relatief veel of juist weinig linkshandigen aan de top. Hoe is dat te verklaren?

linkshandige_schermer

De rechtshandige Sangyoung Park tegen de linkshandige Geza Imre in de finale van het schermen (onderdeel degen) op de Olympische spelen in Rio 2016. Bron foto: www.zimbio.com

Goed nieuws voor linkshandigen: In de meeste sporten is linkshandig zijn een voordeel, of in ieder geval geen nadeel. Lange tijd dachten wetenschappers dat dit kwam door een neurologisch voordeel. Maar dan zouden linkshandigen in alle sporten oververtegenwoordigd moeten zijn aan de top, en dat is niet het geval. Ze hebben met name voordeel in interactieve sporten zoals tennis, badminton en schermen. Dat is te zien in de onderstaande tabel uit een artikel van George Grouios en zijn collega’s. Zij brachten van ruim 1000 Griekse topsporters in kaart of ze linkshandig of rechtshandig zijn. Er is duidelijk te zien dat het percentage linkshandigen groter is bij interactieve sporten. In totaal ligt het percentage linkshandigen daar op 19,6%. Bij de niet-interactieve sporten zoals roeien en zwemmen blijft het percentage steken op 9,7%. Schermen springt eruit met maar liefst 42,9% linkshandigen bij de mannen.

tabel_linksOverzicht van het percentage linkshandigen in verschillende sporten (Grouios, George, et al., 2000)

Hoe is dit verschil te verklaren? Tegenwoordig gaat men uit van het zogenaamde negative frequency-dependent selection (NFDS) effect. Rechtshandigen zijn minder gewend om tegen linkshandigen te spelen, en presteren daarom slechter tegen ze. Neem bijvoorbeeld tennis. Meestal is de forehand van een speler beter dan de backhand. Hier houd je dan ook rekening mee als speler. Maar als je een forehand rechtdoor speelt als rechtshandige komt die bij de forehand van de tegenstander uit in plaats van bij de backhand.

Goed, als je linkshandig bent en graag wil winnen kun je dus overwegen om op schermen te gaan. Maar welke sporten kun je beter niet gaan doen? In bijvoorbeeld darts en golf zijn linkshandigen juist ondervertegenwoordigd (Aggleton, J. P., & Wood, C. J. , 1990). Bij darts kan dat mogelijk verklaard worden door de verdeling van de scores over het bord. Wil je hier meer over weten, lees dan dit artikel dat ik daar eerder over heb geschreven. Bij golf kan onder andere meespelen dat je een speciale club nodig hebt voor linkshandigen.

Francois Fagan, Martin Haugh en Hal Cooper ontwikkelden een model om de ‘vaardigheid/skill’ van een sporter te splitsen in een ‘aangeboren’ deel en een effect van linkshandigheid. Ze gebruiken het Bradley Terry Luce model. In dit model ga je er vanuit dat elke speler een vaste skill heeft. De kans dat de ene speler wint van de andere hangt af van het verschil in skill. Door veel onderlinge wedstrijden mee te nemen van zowel links- als rechtshandige spelers kun je de skill per speler berekenen, en het effect van linkshandigheid. Dit hebben ze toegepast op de ATP-tenniswedstrijden uit 2014. Vervolgens hebben ze berekend wat de kans is dat toppers van elkaar winnen met en zonder het effect van linkshandig zijn. Oftewel: Hoe goed zou Nadal zijn als hij rechtshandig was geweest? De totale skill noemen ze Si, de ‘aangeboren’ vaardigheid Gi. In de tabel hieronder is te zien dat de linkshandige Nadal een kans van 39,5% heeft om te winnen van de rechtshandige Federer. Zonder het voordeel van zijn linkshandigheid daalt de kans naar 31,8%. Federer komt in dit model als favoriet uit de bus omdat hij in 2014 meer wedstrijden heeft gewonnen dan Nadal. Dat laat gelijk een nadeel van het model zien. Nadal speelt vaak relatief goed tegen Federer. Op dit moment staat het 24-16 voor Nadal in onderlinge duels. Het model kan niet omgaan met dit soort specifieke interacties tussen twee spelers, omdat het een vaste skill per speler schat.

tennis_links

Kans dat de lager gerankte speler wint van de hoger gerankte speler, met en zonder het voordeel van linkshandigheid. Fagan, F., Haugh, M., & Cooper, H. (2019)

Wiskundig gezien is het natuurlijk leuk om deze twee effecten te scheiden. Je kunt je wel afvragen welke conclusie je hieraan moet verbinden. Is Nadal eigenlijk minder goed, omdat hij voordeel heeft van zijn linkshandigheid? Of is dit net zo goed een wapen als andere aangeboren voordelen? In theorie kun je de skill van een speler waarschijnlijk helemaal afpellen. Welk deel komt door effecten als aangeboren aanleg voor coördinatie, lichaamslengte- en bouw? Of omgevingsfactoren zoals trainingsomstandigheden, geld, stimulatie van de omgeving? Wat blijft er dan over wat we echt talent noemen? Ik denk niks.

Aggleton, J. P., & Wood, C. J. (1990). Is there a left-handed advantage in” ballistic” sports?. International Journal of Sport Psychology.

Fagan, F., Haugh, M., & Cooper, H. (2019). The advantage of lefties in one-on-one sports. Journal of Quantitative Analysis in Sports, 15(1), 1-25.

Grouios, G., Tsorbatzoudis, H., Alexandris, K., & Barkoukis, V. (2000). Do left-handed competitors have an innate superiority in sports?. Perceptual and motor skills, 90(3_suppl), 1273-1282.

Geef een reactie